15/09/2020

Onderwijs inrichten is een meerwaarde voor elke gemeente’

In Vilvoorde zijn ze fier op hun onderwijs. Scholen zijn je voelsprieten in de maatschappij, zij waren de eerste die de toenemende diversiteit en meertaligheid vaststelden”, aldus Jo De Ro, schepen van financiën en onderwijs.

Jo De Ro
Jo De Ro, schepen van financiën en onderwijs in Vilvoorde

En met die rol van kanarie in de koolmijn’ gaan stedelijke scholen vervolgens aan de slag. Jo De Ro geeft concrete voorbeelden van innovaties die in het stedelijk of gemeentelijk onderwijs van start gingen: Onze scholen in Vilvoorde waren de eerste die Engels binnen het curriculum opnamen in het basisonderwijs en die een taalbadklas organiseerden. En zo ken ik nog voorbeelden in andere gemeenten. We mogen fier zijn op het gemeentelijk onderwijs en de mensen die erin werken.” 

Vilvoorde is een echte onderwijsstad, met in totaal acht stedelijke scholen (inclusief twee voor buitengewoon onderwijs). Daarnaast telt de stad nog een heleboel scholen in de andere onderwijsnetten. 

In Vilvoorde hebben jullie eigen scholen en daarnaast is flankerend onderwijsbeleid een opdracht voor de stad. Wat is de invloed van het inrichten van gemeentelijk onderwijs op het flankerend onderwijsbeleid? 

Jo De Ro: In ons flankerend onderwijsbeleid zijn we ambitieus in Vilvoorde. We leggen de klemtoon op brugfiguren, sportinfrastructuur, omgaan met anderstaligen, een sterk, digitaal inschrijvingsbeleid, … Ik ben blij dat veel gemeentebesturen in Vlaanderen, over de partijgrenzen heen, deze bevoegdheid serieus nemen en hierin investeren. In Vilvoorde krijg ik zelden de opmerking dat onderwijs ons te veel kost. Doordat we een groot stedelijk net hebben, is er ook veel bewustzijn over het belang van kwaliteitsvol onderwijs en sterk flankerend beleid. Wij vertrekken vanuit alle kinderen en werken graag samen met de andere netten hiervoor. Wij zijn inrichter en werkgever, maar wij kunnen ook onze neutrale rol van regisseur van het flankerend onderwijsbeleid perfect spelen. Het al dan niet inrichten van gemeentelijk onderwijs heeft geen directe link met het budget voor flankerend beleid, het is belangrijk om die twee gescheiden te houden.” 

Van alle schoolgebouwen in Vlaanderen worden die van het gemeentelijk onderwijs het meest gebruikt door de gemeenschap
Jo De Ro, Schepen van financiën en onderwijs, Vilvoorde

Welke winst zie je in de investeringen die je als lokaal bestuur in je eigen onderwijs doet?

Jo De Ro: Wij hebben dertien schoolgebouwen in Vilvoorde. Die worden na de uren allemaal gebruikt voor speelpleinwerking, sport, cultuur, het verenigingsleven, … Als stad heb je dus een stuk patrimonium in handen, gesubsidieerd door Vlaanderen, dat je kan gebruiken om te werken aan je sociaal weefsel. Ik durf zelfs stellen dat van alle schoolgebouwen in Vlaanderen, die van het gemeentelijk onderwijs het meest worden gebruikt door derden. Zo kun je met je eigen scholen vormgeven aan de brede school. Dat is een voorbeeld voor andere netten en het toont ook aan die andere scholen dat het mogelijk is om scholen ook s avonds, in het weekeinde en tijdens schoolvakanties te gebruiken.”

Wat kan je doen als bestuur om de kosten verbonden aan onderwijs onder controle te houden?

Jo De Ro: Het is belangrijk om als schepen goed met de scholen in dialoog te gaan bij het opmaken van je begroting. Bomen groeien niet tot in de hemel, maar dat is in elk beleidsdomein zo. Dat is de kunst van politiek: prioriteiten kiezen met de beschikbare middelen, en hierop inzetten. Daarnaast zijn er efficiëntiewinsten mogelijk door samenwerking met andere netten, zoals het gedeeld gebruik van vervoer of sportinfrastructuur.”

Bij besparingsrondes kijkt men wel eens naar de gemeenteschool als een kostenpost. Terecht of niet?

Jo De Ro: Het financiële argument om een gemeenteschool af te stoten, is een drogreden. Je kan dit doen om ideologische redenen, maar je zal er in elk geval weinig geld mee besparen. Onderwijs heeft drie belangrijke kosten: personeel, werkingsmiddelen en infrastructuur. In tegenstelling tot andere beleidsdomeinen is de personeelskost bij onderwijs 100% gesubsidieerd. Uiteraard zijn er gemeenten die extra kosten maken voor bijvoorbeeld onderhoud en opvang, maar de kernopdracht van scholen wordt ruim betoelaagd door de Vlaamse overheid. Ook voor schoolinfrastructuur betaalt Vlaanderen 70% van de kosten in het basisonderwijs. Bij andere beleidsdomeinen moet je al veel geluk hebben om subsidies te krijgen. De werkingsmiddelen komen eveneens van de Vlaamse overheid; het gemeentelijk onderwijs krijgt vandaag even veel als de andere netten. Uiteraard zijn deze middelen niet voldoende, maar ook gemeentescholen organiseren activiteiten waarbij ze een extra centje verdienen. Kortom, ik kan geen enkel ander gemeentelijk domein vinden waarvoor Vlaanderen zo veel betaalt. Al mag het altijd meer zijn (lacht).”

Dit artikel verscheen in Imago, tijdschrift voor stedelijk en gemeentelijk onderwijs, september 2020.