OVSG wenst bij artikel 28 van het ontwerp een voorbehoud te maken. Dit artikel verstrengt de regels over het criterium van de regelmatige leerling in het deeltijds kunstonderwijs. Voortaan worden leerlingen die meer dan drie weken geen enkele leeractiviteit hebben gevolgd, niet langer als regelmatige leerling beschouwd. De leerling heeft de marge om één of meer afwezigheden te wettigen binnen de maand na de derde afwezigheid.
Deze regel wordt naar analogie met het secundair onderwijs ingevoerd, maar het deeltijds kunstonderwijs is niet te vergelijken met andere onderwijsniveaus. Drie weken in het deeltijds kunstonderwijs komen in de praktijk neer op slechts drie lessen, waardoor leerlingen veel strenger op hun afwezigheden beoordeeld worden dan in andere onderwijsniveaus. Een termijn van drie weken is te kort om toe te laten dat de directeur of leerkrachten de leerling opvolgt. Bovendien vinden lessen vaak op zaterdag plaats, wat de wettiging van afwezigheden voor ouders of leerling nog extra bemoeilijkt. Leerlingen kunnen opgeslorpt zijn door schoolwerk, ziek zijn of andere redenen hebben om afwezig te zijn. Voor alle leerlingen, maar vooral voor leerlingen die reeds moeilijk de weg vinden naar het deeltijds kunstonderwijs, hebben deze drie opeenvolgende afwezigheden een te grote negatieve impact.
De voorgestelde termijn laat de directeur en leerkrachten niet toe na te gaan in welke mate de leerling kan worden bijgewerkt na die afwezigheden. Om die reden moet de termijn voor de uitschrijving voor OVSG aangepast worden naar een redelijkere termijn die werkbaar is voor de academies.
OVSG apprecieert het engagement van de overheid om het Besluit van de Vlaamse regering in verband met de wettiging van de afwezigheden in het DKO te herzien, maar verkiest vooral dat de onderliggende decretale regel aangepast wordt.
Deze regel wordt naar analogie met het secundair onderwijs ingevoerd, maar het deeltijds kunstonderwijs is niet te vergelijken met andere onderwijsniveaus. Drie weken in het deeltijds kunstonderwijs komen in de praktijk neer op slechts drie lessen, waardoor leerlingen veel strenger op hun afwezigheden beoordeeld worden dan in andere onderwijsniveaus. Een termijn van drie weken is te kort om toe te laten dat de directeur of leerkrachten de leerling opvolgt. Bovendien vinden lessen vaak op zaterdag plaats, wat de wettiging van afwezigheden voor ouders of leerling nog extra bemoeilijkt. Leerlingen kunnen opgeslorpt zijn door schoolwerk, ziek zijn of andere redenen hebben om afwezig te zijn. Voor alle leerlingen, maar vooral voor leerlingen die reeds moeilijk de weg vinden naar het deeltijds kunstonderwijs, hebben deze drie opeenvolgende afwezigheden een te grote negatieve impact.
De voorgestelde termijn laat de directeur en leerkrachten niet toe na te gaan in welke mate de leerling kan worden bijgewerkt na die afwezigheden. Om die reden moet de termijn voor de uitschrijving voor OVSG aangepast worden naar een redelijkere termijn die werkbaar is voor de academies.
OVSG apprecieert het engagement van de overheid om het Besluit van de Vlaamse regering in verband met de wettiging van de afwezigheden in het DKO te herzien, maar verkiest vooral dat de onderliggende decretale regel aangepast wordt.