De nieuwe Vlaamse regering bespreekt vandaag haar programmadecreet op de ministerraad. Daarin staan onder meer de besparingen die het onderwijs en welzijn, de twee belangrijkste Vlaamse bevoegdheden, in de komende jaren ondergaan door de onvolledige en zelfs niet-indexering van werkingsmiddelen. Beide sectoren vragen de Vlaamse regering gezamenlijk en solidair om dit besparingstraject bij te sturen.
Beide sectoren ondergingen de voorbije jaren al meermaals besparingen door de werkingsmiddelen van hun instellingen (scholen, academies, internaten, woon- zorgcentra, zorgaanbieders, thuisverpleging…) niet of onvolledig te indexeren. Als de Vlaamse regering de werkingsmiddelen weer niet volledig gaat indexeren, komt de kwaliteitsvolle maatschappelijke dienstverlening ernstig in het gedrang.
De stijgende kosten van energie, onderhoud van gebouwen en de aanschaf van schoolmateriaal, zoals papier, leerboeken, schrijfgerief en meubilair drukken zwaar op het budget van scholen, centra en academies. Zonder indexering kunnen scholen minder besteden aan hun goede werking, wat ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs en de omstandigheden waarin onderwijspersoneel kan werken, en de schoolfactuur dreigt te verhogen.
Onderwijs kent een nieuw financieringsmechanisme sinds 2008. Sindsdien heeft het basisonderwijs slechts gedurende zeven jaar een volledige indexering van de werkingsmiddelen gezien. In vier jaar is er helemaal niet geïndexeerd en in drie jaar zijn de werkingsmiddelen voor 60 procent geïndexeerd. Het secundair onderwijs heeft gedurende drie jaar de wettelijk vooropgestelde volledige index gekregen. Drie jaar is er niet geïndexeerd en acht jaar is de index voor 60 procent toegekend. De combinatie van overgeslagen en gedeeltelijke indexeringen en de toename van de leerlingenaantallen die maar voor 40% vertaald worden in werkingsmiddelen heeft tot gevolg dat het Vlaamse leerplichtonderwijs in schooljaar 2022-23 336 miljoen euro aan koopkracht verloor. Had een school €100 aan werkingsmiddelen per leerling in 2008, dan zouden die door indexering in 2024 €147 moeten bedragen. Maar door de niet-indexering van de werkingsmiddelen en doordat de werkingsmiddelen de evolutie van de leerlingenaantallen niet volgen (en andere extra besparingen) is dat vandaag nog slechts €126.
De sociale onderwijspartners zijn bezorgd over wat volgt. In plaats van de koopkracht van de werkingsmiddelen te herstellen, zoals de Commissie der Wijzen nog maar enkele maanden geleden adviseerde, worden deze door de voorgestelde maatregelen verder beperkt. De komende vijf jaar worden de werkingsmiddelen van de scholen en academies twee jaar immers niet geïndexeerd en drie jaar voor de helft. Dat het gewoon en buitengewoon basisonderwijs niet onder deze besparing vallen, wordt geapprecieerd, maar is niet meer dan een doekje voor het bloeden en zal ook daar niet volstaan om aan de noden tegemoet te komen. Ook de leersteuncentra, internaten, centra voor volwassenenonderwijs en CLB’s vallen onder de onderwijsbesparingen. Hoe hoger de inflatie, hoe groter het effect van desindexeringen. Als de voorspellingen van het Federaal Planbureau correct zouden zijn (2% inflatie in 2025 en 1,80% per jaar in de daaropvolgende jaren), dan bespaart de nieuwe Vlaamse overheid door de desindexering 114 miljoen euro op het onderwijs. Maar als het een beetje tegenzit en de inflatie zou blijven wat hij vandaag is (3,10% per jaar), dan wordt dat 196 miljoen euro.
Het secundair onderwijs zal op een later moment nog bijkomende besparingen opgelegd krijgen, in het Vlaamse Centenboekje terug te vinden onder ‘Temperen groei secundair onderwijs’, die vanaf 2027 elk jaar meer dan €150 miljoen moeten opleveren.
Ondertekenaars onderwijsverstrekkers: Katholiek Onderwijs Vlaanderen, GO! - Het Gemeenschapsonderwijs, Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten, Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers
Ondertekenaars onderwijsvakbonden: Christelijk Onderwijzersverbond, Christelijke Onderwijscentrale, ACOD Onderwijs, VSOA Onderwijs
De niet-indexatie van werkingsmiddelen was een ‘stille’ besparing die ingevoerd werd door de Vlaamse Regering in 2010 en intussen al bijna 15 jaar doorloopt. Heel concreet: Had een organisatie 100 euro aan werkingsmiddelen in 2010, dan zouden die door indexering vandaag 137 euro moeten bedragen. Maar door de niet-indexering van de werkingsmiddelen (en andere extra besparingen) is dat vandaag nog slechts 90 à 95 euro. Dit brengt organisaties in financiële moeilijkheden.
Ondernemers in zorg en welzijn zien de alledaagse kosten voor energie, voeding, kantoorbenodigdheden en ander materiaal stijgen, maar die budgetten om die kosten te dekken blijven ongewijzigd. Gevolg: steeds meer organisaties krijgen het financieel erg moeilijk.
De vier zorg- en welzijnskoepels roepen de Vlaamse regering daarom op om de werkingsmiddelen volledig te indexeren en structureel te investeren in toegankelijke zorg en ondersteuning voor iedereen.
Ondertekenaars zorgkoepels: Vlaams Welzijnsverbond, Zorgnet-Icuro, SOM – de federatie van sociale ondernemingen, Zorggezind – netwerk thuiszorg