27/01/2021

Deeltijds kunstonderwijs is onderwijs, geen hobby

Sector vraagt duidelijk engagement van Vlaamse regering

OVSG betreurt dat het deeltijds kunstonderwijs als enige onderwijssector over één kam wordt geschoren met de jeugd- en sportactiviteiten. De academie is nochtans geen hobbyclub, maar een onderwijsvorm met curricula, evaluaties en decretale verplichtingen. Zonder duidelijk engagement komt dit onder druk.

Het coronavirus zet de hele samenleving onder druk. OVSG begrijpt dan ook dat elke sector een inspanning moet doen en had zelf een alternatief voorgesteld om bij leerlingen ouder dan 12 jaar over te gaan naar 1-op-1 onderwijs. Zo wilden we het doorlopen van de curricula veiligstellen, binnen een coronaveilige omgeving. Dit was voor ons het absolute minimum. We betreuren dat dit voorstel het niet haalde, maar zijn tevreden dat lessen binnen kunnen blijven doorgaan. Musiceren of atelierwerking in de beeldende kunsten buitenshuis organiseren is immers geen realistisch alternatief, vooral in de winter.

Het huidige voorstel waar ouders en kinderen moeten kiezen tussen onderwijs en vrije tijd is dan ook een moeilijke keuze. De academies zullen hun onderwijs coronaproof en binnen de beperkingen blijven organiseren en zullen op zoek gaan naar creatieve oplossingen voor hun leerlingen van welke leeftijd dan ook.

Bruno Sagaert, directeur Koepelwerking: We rekenen erop dat de overheid die, omwille van gezondheidsredenen, gedwongen wordt in te grijpen in de organisatie van het DKO zijn verantwoordelijkheid opneemt en deze overmachtsituatie compenseert. De leerlingen zijn het kapitaal van de academie. Gezien het niet om leerplichtonderwijs gaat, bepaalt het aantal leerlingen de omkadering en de organiseerbaarheid van de academie. Voor vele leerkrachten, die ook actief zijn in de cultuursector, is het DKO in deze barre tijden de enige vorm van inkomsten.”

Patriek Delbaere, algemeen directeur OVSG: De regering moet de nodige relancemiddelen voorzien zodat het DKO volgend schooljaar, na corona, een doorstart kan maken. We vragen hiervoor een duidelijk engagement. Want 200 000 leerlingen en 4000 leraren kan je niet in de steek laten. Ruim 150 lokale schoolbesturen hebben decennia lang in dit onderwijs geïnvesteerd. We vragen dan ook om deze inspanningen en creativiteit niet verloren te laten gaan.”