De beheersing van het Nederlands is vaak bepalend in het beoordelen van de kennis van anderstalige en taalarme kinderen. Toch is een lager beheersingsniveau geen indicatie voor onvoldoende algemene, abstracte kennis. Het kind kan logisch denken en handelen omdat het probleemoplossend denkt en handelt in de moedertaal. Het is aan de leerkracht om anderstalige of taalarme kinderen te observeren om de kennis van deze kinderen objectief te kunnen peilen.
Kleuterscholen leggen veel nadruk op leren leren en taal in functie van rekenen en lezen. Leraren proberen kleuters enorm veel schoolgerichte bagage mee te geven om het kind te behoeden voor zittenblijven. Maar bagage waar een kind nog niet aan toe is, is bagage die niet opgeslagen wordt.
Kinderen erkennen in hun kunnen en van daaruit de begeleiding starten is niet zo evident. De spiegelmethodiek van Leen Van Looveren (2017) start vanuit de IK-beleving en focust op het aanbrengen van abstracte begrippen. Van Looveren ontdekte dat een spiegel een uitermate geschikt instrument is om een reële en een objectieve weergave van het handelen of de IK-beleving te geven. Het werk omvat een draaiboek voor zorgleerkrachten of kleuterleidsters die anderstalige of taalarme vier- en vijfjarige kleuters willen begeleiden met de Nederlandse taalverwerving.
Voor het inoefenen van de begrippen schuift Van Looveren het werken met gezelschapsspellen naar voren. Hierbij worden de kleuters uitgedaagd om te spreken in groepsverband. Kinderen krijgen spontaan feedback door de tegenspelers. Door dit samenspel ervaart de kleuter het nut van communiceren en ontdekt het zich tussen de andere kinderen. Zo passen kinderen hun gedrag aan op basis van de feedback van anderen, wat tot waardevolle talige interactie leidt.