Als een leerling met specifieke onderwijsbehoeften zich in de academie wil inschrijven, gaat de directeur in een overleg met de leerling of zijn ouders en betrokken leerkracht(en) na of er redelijke aanpassingen (vb. Sticordi) mogelijk zijn om de leerling het gemeenschappelijk curriculum te laten volgen. Zijn deze aanpassingen mogelijk, dan volgt de leerling het gemeenschappelijk curriculum.
Na overleg met de directeur en de betrokken leerkrachten kunnen sommige leerlingen gemotiveerd afwijken van de bepalingen over het lessenrooster, de studieomvang en de evaluatie zodat zij het gemeenschappelijk curriculum kunnen volgen.
Dit is enkel mogelijk voor leerlingen die:
Sommige leerlingen kunnen een individueel aangepast curriculum volgen als zij in het gemeenschappelijk curriculum onvoldoende leerwinst kunnen boeken ondanks redelijke aanpassingen.
Dit is enkel mogelijk voor leerlingen die:
De directeur en de betrokken leerkrachten ontwikkelen het individueel aangepast curriculum in samenspraak met de leerling en zijn ouders. De directeur en de leerkrachten bewaken de ontwikkelingsgerichtheid en nemen de nodige pedagogische, didactische en organisatorische maatregelen.
Het individueel curriculum kan afwijken van de bepalingen over de studieomvang, de onderwijsdoelen en de leerplannen, de toelatingsvoorwaarden en de evaluatie en studiebekrachtiging.
Het individueel aangepast curriculum kan per graad maximaal één leerjaar langer duren, maar de leerling kan het leertraject niet verlengen.
Het is in principe niet nodig dat de leerling elk schooljaar opnieuw een attest voorlegt. Wel moet er telkens een geldig attest zijn bij het begin van de opleiding. Van zodra de leerling een nieuwe opleiding start, moet er dus opnieuw een geldig attest zijn. Dit is sowieso het geval als de leerling overgaat naar een volgende graad of verandert van studierichting, optie of muziekinstrument.
Bijvoorbeeld:
Een leerling is ingeschreven in het buitengewoon basisonderwijs met een IAC-verslag. Dat IAC-verslag is dan een geldig attest voor een GC- of IAC-opleiding in het deeltijds kunstonderwijs.
Van zodra de leerling overgaat naar een andere graad of overstapt naar een ander muziekinstrument, optie of studierichting moet je opnieuw bekijken of het IAC-verslag nog geldig is.
Een medisch attest moet expliciet vermelden dat de leerling een aandoening heeft die hem verhindert om alle leeractiviteiten van het lessenrooster van een welbepaalde opleiding te volgen. De aandoening zelf moet niet zijn vermeld. Het attest moet recent gedateerd en ondertekend zijn door:
Een arts kan op het medisch attest expliciet verklaren dat de leerling een levenslange aandoening heeft die hem blijvend verhindert om alle leeractiviteiten in het lessenrooster te volgen, niet alleen voor de concrete opleiding waarvoor hij zich wil inschrijven, maar ook voor de vervolgopleidingen. In dat geval blijft het attest geldig als de leerling overgaat naar een volgende graad.