Het gebruik van ICT en een rijke mediamix in je lessen motiveert leerlingen. Ga je vakoverschrijdend te werk, dan neemt het leereffect enkel toe – leerlingen moeten de aangeboden vaardigheden veelvuldig en in verschillende contexten kunnen toepassen.
Werken aan digitale competenties en mediawijsheid betekent werken aan digitale geletterdheid. Zo moeten leerlingen in staat zijn om informatie te zoeken, te beoordelen, te verwerken en te delen (informatiegeletterdheid), de werking van media doorzien, gebruiken en produceren (mediageletterdheid) en veilig en doelmatig technologie gebruiken (ict-geletterdheid).
We reiken enkele do’s en don’ts aan hoe je als leerkrachtenteam aan digitale competenties kan werken.
Uit de MICTIVO-rapporten (Monitoring ICT in het Vlaamse onderwijs – MICTIVO 3 oktober 2018) blijkt dat ICT-gebruik in de klas stagneert. Leerlingen gebruiken in hun vrije tijd dagelijks ICT, maar dit betekent echter niet dat ze ICT doelgericht kunnen inzetten. Op het vlak van mediawijsheid zetten jongeren stappen richting mediageletterdheid.
Je kan de eindtermen voor de digitale competenties raadplegen op de website onderwijsdoelen.
Belangrijk voor de eerste graad is dat er naast eindtermen voor de A-stroom en de B-stroom ook eindtermen basisgeletterdheid zijn, en dat voor vier domeinen.
Deze basisgeletterdheidsdoelen moeten niet alleen haalbaar zijn voor het grootste deel van de leerlingen, maar door elke individuele leerling bereikt worden.