Leidraad traject onderwijsloopbaanbegeleiding

Deze leidraad ondersteunt scholen om aan succesvolle onderwijsloopbaanbegeleiding te doen.

Domein leerlingenbegeleiding onderwijsloopbaan
Leidraad onderwijsloopbaanbegeleiding

Kennis van het schoolteam

Kennis van bestaande aanbod

Ken je als schoolteam het aanbod van scholen in de nabije buurt?

Kijk je tijdens een OLB-traject of een klassenraad breder dan het schooleigen aanbod?

Heb je de structuuronderdelen binnen eenzelfde finaliteit en binnen eenzelfde studiedomein over de finaliteiten heen bestudeerd en geanalyseerd?

Heb je voldoende zicht op toekomstperspectieven en/​of onderwijsaanbod waarover je uitspraken doet, adviezen geeft of clausuleert?

Beantwoordt de overstap aan de toelatingsvoorwaarden? Is er nog plek in de beoogde studierichting?

Kennis van leerplannen

Heb je het eigen leerplan op een doorgedreven manier geanalyseerd?

Wat zijn de te behalen minimumdoelen, wat zijn verdiepende doelen en wat zijn schooleigen doelen?

Zijn de concrete lesdoelen een correcte vertaling van de leerplandoelen en/​lof minimumdoelen?

Zijn de evaluaties doelgericht en breed?

Beïnvloedende factoren

Persoonlijk functioneren

Hoe doet de leerling het algemeen op school?

Hoe voelt hij/​zij zich? Is de leerling gemotiveerd en in wat zijn de talenten, interesses, vaardigheden van deze leerling?

Hoe voelt de leerling zich in de klas en op de speelplaats?

Heeft de leerling een vaste vriendengroep?

Leerlingfactoren

Is er sprake van een verslag (GC/IAC/OV4)?

Zijn er bij de leerling ontwikkelings-, leer- of andere stoornissen vastgesteld?

Is er een vermoeden van een beperking en/​of stoornis?

Hoe loopt het cognitief functioneren?

Welke karaktereigenschappen zijn typerend voor deze leerling?

Hoe loopt het verbale functioneren?

Hoe verloopt de leerontwikkeling?

Hoe loopt het lichamelijke functioneren?

Hoe loopt de sociaal-relationele ontwikkeling?

Wat kan je vertellen over de werkhouding en taakgedrag?

Contextfactoren

In welke mate zijn ouders of voogd betrokken bij het schoolse gebeuren?

Welke verwachtingen leven er bij verantwoordelijken?

Wat is er geweten over de gezinscontext?

In welke socio-economische standaard groeit deze leerling op?

Zijn er beschermende of risicofactoren terug te vinden in de naaste omgeving?

Hoe besteedt de leerling zijn/​haar vrije tijd?

Schoolbinding

Hoe voelt de leerling zich op school?

Voelt hij/​zij zich welkom, ondersteund en vertrouwt hij/​zij het schoolteam?

Weet de leerling bij wie hij/​zij terecht kan bij moeilijkheden of problemen?

Komt de leerling graag naar school?

Zijn er moeilijkheden tussen de leerling en bepaalde teamleden?

Gelopen traject

Traject voorgaande schooljaren

Hoe ziet de onderwijsloopbaan van de leerling eruit?

Is hij/​zij reeds van school of studierichting veranderd? Is er sprake van zittenblijven?

Wat waren de adviezen van de vorige klassenraden?

Welke ervaringen heeft de leerling in verleden op vlak van school- of studiekeuze?

Welke voorkennis heeft de leerling?

Komt de leerling uit OKAN?

Behaalde doelen

Welke doelen (minimumdoelen/​leerplandoelen) heeft de leerling al dan niet behaald?

Met welke leerstofonderdelen heeft hij/​zij het juist moeilijk?

Is het behalen van de doelen waarbij het moeilijk gaat essentieel voor het verdere schoolse traject?

Reeds ondernomen acties

Welke acties zijn ondernomen binnen de brede basiszorg en/​of verhoogde zorg (cf. REDICODIS-maatregelen)?

Maakt de leerling gebruik van hulpmiddelen?

Zijn de zaken die moeilijk liepen geremedieerd geweest?

Kan de leerling, mits aangepaste hulp, doorstromen naar een volgend jaar zonder dat een heroriëntering nodig is?

Doorlopen van keuzetaken

In elk goed doordacht keuzeproces zouden volgende stappen gezet moeten worden. De volgorde waarin deze doorlopen worden is niet relevant.

Oriënteren

Is de leerling zich bewust is van het feit dat hij/​zij een studiekeuze moet maken?

Is de leerling bereid zich in te zetten om een zo doordachte studiekeuze te maken?

Zelfconceptverheldering

Heeft de leerling kennis over eigen vaardigheden, interesses, talenten en studiemethode? Kent de leerling zichzelf? Mogelijkheden tot zelfreflectie?

Exploreren in de breedte

Bezit de leerling algemene kennis over het onderwijslandschap?

Exploreren in de diepte

Heeft de leerling meer gedetailleerde informatie over bepaalde studierichtingen opgezocht?

Studiekeuzenabijheid

Hoever staat de leerling in het maken van een keuze? Is er voldoende keuzebekwaamheid bij de leerling?

Is er een duidelijke voorkeur of worden en nog zaken tegenover elkaar afgewogen?

Binding

Is de leerling zeker van, gebonden aan en identificeert zich met de keuze?

Aandachtspunten

Er zijn nog een aantal belangrijke zaken wanneer je in gesprek gaat met of over leerlingen omtrent hun onderwijsloopbaan:

  1. Hanteer neutraal taalgebruik. Woorden zoals afzakken’ en gemakkelijker’ hebben een enorme impact op de eigenwaarde van leerlingen. Het watervalsysteem tegengaan begint bij het aanpassen van onze eigen vooroordelen, overtuiging en taal.
  2. Neem tijd om een proces te lopen met de leerling en zijn/​haar ouders. Adviezen en clausuleringen mogen niet onverwacht komen, hier moet een proces aan voorafgaan.
  3. Blijf breed oriënteren en houd zoveel mogelijk deuren open. Blijf je blik richten op de toekomst en vertrek vanuit talenten. Niemand heeft een glazen bol en kan de toekomst volledig voorspellen, zelfs niet wanneer je alles in kaart hebt gebracht.
  4. Laat de leerling eigenaar zijn van zijn/​haar keuze.
  5. Zorg voor een warme overdracht. Neem contact op met de andere school, ga in gesprek en maak afspraken.

Heb je een vraag?

Friedl Tuyttens
02 506 50 28
Friedl Tuyttens

Verdiep je verder