Amper één op de twintig scholen heeft al op papier gezet hoe leraren moeten omgaan met ChatGPT in de klas. Dat blijkt uit een peiling van Het Nieuwsblad. Nochtans is artificiële intelligentie in ijltempo deel geworden van de wereld van onze leerlingen en leerkrachten. Van leraren vraagt dit een heuse mentaliteitswijziging. Onze boodschap: wees niet bang van AI, maar benut er de voordelen van om je onderwijs te versterken.
De opkomst van AI-middelen wordt, vooral in de Verenigde Staten, al snel gezien als een manier om vals te spelen. Een middel voor de luie leerlingen om bepaalde vaardigheden af te schuiven op technologie. OVSG zoekt liever naar een constructieve manier om deze technologie te gebruiken als een inspirerend hulpmiddel en een alternatief voor het commercieel circuit naast de school (privé tutors, bijlessen, betalende software). Doemdenken over nivellering of een verbod haalt weinig uit. De technologie is er nu eenmaal. Laten we leerlingen leren hoe zij goed en kritisch met deze middelen kunnen omgaan.
In het kader van kansengelijkheid zien we een meerwaarde omdat alle leerlingen er in een veilige omgeving mee leren werken. Niet elke leerling beschikt immers thuis over de infrastructuur en de oefenruimte. De school creëert hier kansen. De belangrijkste kans in de opkomst van AI-tools in het onderwijs, is de mogelijkheid van artificiële intelligentie als grote gelijkmaker: persoonlijke ondersteuning op maat van elke leerling. AI-middelen die moeilijke passages in handboeken op een makkelijke manier verduidelijken, een AI-tutor die je ondervraagt of met je brainstormt over een werkstuk en je inspireert … Het behoort allemaal tot de mogelijkheden. Natuurlijk moeten er hier altijd evidence informed keuzes gemaakt worden.
Mediawijsheid is een vaardigheid die we graag versterkt zien in het onderwijs. Leerlingen en leerkrachten moeten weten hoe algoritmes werken, wat deze algoritmes allemaal over ons verzamelen én waarom (bv. de verdienmodellen erachter). We hebben het hier over de verschillen in machineleren. Er bestaan drie soorten machineleren die we onderscheiden en waar we al een hele tijd gebruik van maken, maar misschien weten we niet helemaal hoe deze zich van elkaar onderscheiden. Een kort overzicht:
De pedagogische begeleidingsdienst van OVSG boog zich over enkele ethische AI-vraagstukken in het onderwijs en kwam tot enkele ethische aanbevelingen voor het gebruik in de klas:
Om leerlingen bewust, kritisch en actief te leren omgaan met AI-middelen, speelt de leraar een cruciale rol. Hij of zij leert hen op een kritische manier omgaan met informatie. Leerlingen leren vragen zo te formuleren dat ze de antwoorden genereren waar ze naar op zoek zijn. Ze verrijken en verdiepen hun kennis over breed maatschappelijke onderwerpen, brengen verslag uit aan medeleerlingen en kunnen naar aanleiding hiervan discussies voeren. Ook het vermogen om een onderscheid te maken tussen feiten en ogenschijnlijk waarachtige info wordt meer en meer een kostbare competentie en een belangrijke stapsteen om het redenerend vermogen van onze leerlingen verder aan te scherpen. Door artificiële intelligentie in te zetten als hulpmiddel, kunnen leerlingen op school, samen en begeleid door een leerkracht, de betrouwbaarheid van de resultaten nagaan om met die specifieke inzichten verder aan de slag te gaan.
Dit artikel verscheen in Imago, tijdschrift van stedelijk en gemeentelijk onderwijs, juni 2023.